Van CEL TOT KITTEN
Foto1
(4,5 dag): Dit stadium wordt wel het klievingstadium genoemd want er vindt weinig groeiplaats, er wordt alleen maar gedeeld (de vrucht groeit dus nog niet). Wel neemt natuurlijk de hoeveelheid kernmateriaal toe, want elke nieuw gevormde cel heeft een celkern De klomp cellen bestaande uit blastomeren wordt blastomerula genoemd. Vierdagen na de bevruchting zijn er ongeveer 30 cellen die een bol vormen. Dit wordt demorula "moerbei"genoemd. De diameter is nog vrijwel gelijk aan de diameter van de blastomerula. |
Foto
2 (6 dagen): Na een dag of 6 ontwikkeld zich de zgn. blastula door vorming van een holte, omringd door 60-80 cellen die dan 0.6mm in doorsnede is. Deze holte vormt het begin van wat later het spijsverteringskanaal zal zijn. De buitenste cellen van de blastula worden trofoblast genoemd: deze cellen vormen het begin van de placenta. Bij mensen vindt implantatie van het embryo in de baarmoederwand plaats aan het eind van de eerste week. Waarschijnlijk vindt de implantatie bij de kat tien dagen na de ovulatie plaats (dus de geslaagde dekking). |
Foto 3 (8 dagen): De trofoblast cellen scheiden voor die tijd een stof gonadotropine af, een hormoon dat verzekert dat het baarmoederslijmvlies klaar is voor implantaties van de embryonen.
In elk geval zullen de embryonen zich genesteld hebben voor de volgende zeer belangrijke fase:de gastrulatie. Gastrulatie is een bijzonder proces. Verschillende zones van de blastula vouwen zich en vormen drie min of meer onderscheidbare lagen: de ectodermis, de endodermis en de mesodermis. |
Foto 4 (10 dagen): De ectodermis is de aanduiding voor debuitenste cellen van het lichaam: de huid (epidermis) dus maar ook het centraal zenuwstelsel is van ectodermale afkomst. De endodermis zijn de cellen, die het spijsverteringskanaal (zullen) vormen, het maag darmstelsel dus. De mesodermis tenslotte zijn de
cellen die spieren, skelet en organen zullen vormen. De eerste mesodermale structuur die gevormd zal worden is de chorda, de ruggengraat intussen gaat de groei door en het embryo wordt eivormig. De afmeting is ongeveer 1.5 x 1 mm. |
Foto 5 (12 dagen): Gastrulatie is een vitaal en kwetsbaar moment in het leven van een embryo. In dit stadium begint het genenmateriaal van het embryo zelf, tot uitdrukking te komen. Voor die tijd werden processen voornamelijk gestuurd door materiaal invloeden (dus van de moeder) via het materiaal in de van moeder afkomstige ei -cel. Veel embryo's sterven af in dit stadium door lethale (= dodelijke) combinaties van genen die of niet functionerende, of defecte eiwitten produceren. In dit stadium is het kattenembryo 1.5 x 1 mm.
|
Foto 6 (13 dagen): In het volgende stadium worden de organen aangelegd. De ectodermis vormt zich tot een huid die het hele lichaam bedekt en er ontstaat een verdikte plaat die tot een groeve vouwt: de neurale lijst. Uiteindelijk wordt dit een buis die beneden de huidoppervlak verzinkt en die zal differentiëren tot het centraal zenuwstelsel. We zijn dan inmiddels al (of pas!) bij dag 13 gekomen. Er gebeurt iets verrassends: Concentraties van mesodermaal
weefsel"somieten"verschijnen aan weerszijde van de neurale lijst waardoor het embryo gesegmenteerd wordt in gelijkvormige structuren. |
Foto
7 (14 dagen): Het embryo is langwerpig van vorm en heeft over de middenlijn een staaf vormige structuur, de notochord, het eerste skeletelement (de ruggengraat in aanleg). Het aantal somieten neemt toe. Dorsaal en caudaal (kop en staartzijde) zijn nu goed te onderscheiden, er is al een staartje. De endodermis wordt gevouwen als een buisachtige structuur, het begin van het maag -darmstelsel. Er ontstaat ook een primitieve bloedsomloop. |
Foto 9 (17 dagen): Het primitieve maag darmstelsel is gereed en er is een begin van een mond.
In de keelholte achter de mond (de slokdarm) ontstaan diepe groeven die tot het ectoderm rijken. Later zullen deze weer verdwijnen maar mede door deze kieuwbogen ontstaat de gedachte, dat elk embryo de evolutie even over doet. Tegelijk ontwikkelen zich de kleine hersenen. |
Foto 15 (25 dagen): Met 23-25 dagen beginnen de tenen van de voorpoot, die al wel zichtbaar waren maar nog als een klomp aan elkaar zaten zich van elkaar te scheiden. Bij de achterpootjes, die wat achterlopen in vergelijking met de voorpootjes, zijn de toekomstige tenen te onderscheiden als een waaier van donker materiaal tegen een lichtere achtergrond, net als eerder gebeurde bij de voorpootjes. Nieren, bijnieren en geslachtsorganen differentiëren zich verder. In de primitieve ruggengraat zijn grijze en witte massa gescheiden en omgeven door een vlies. Grijze massa bestaat voornamelijk uit zenuwcellen. De grijze kleur is afkomstig van de kernen van die cellen. Witte massa bestaat uit langgerekte zenuwvezels die een witte vettige stof bevatten"myeline". Deze witte massa omkleedt de grijze massa in de ruggengraat. Zenuwuitlopers en zenuwknopen (ganglia) differentiëren zich. In de kop ontwikkelen zich de kaken,verhemelte tong en de speekselklieren. In de hersenen ontstaat de hypofyse, een belangrijk orgaan dat een aantal verschillende hormonen produceert: Vasopressine, dat betrokken is bij de waterhuishouding van het lichaam,Oxytocine, dat een rol speelt bij de geboorte en daarna bij de melkgift en dan nog een aantal hormonen die betrokken zijn bij deregulatie van andere klieren: schildklierstimulerend hormoon (TSH), bijnierschorsstimulerend hormoon:(ACTH), het follikelstimulerend hormoon: (FSH) en luteïniserend hormoon: (LH) die beide op de geslachtklieren werken. Daarnaast geeft de hypofyse nog
groeihormoon af dat een zeer belangrijke sturende rol vervult bij zowel de groei (van het jonge dier) als bij de stofwisseling. |
Foto 16 (28 dagen): Stadium 25-28 dagen 21-40 mm. In dit stadium zijn de embryo's in
feite al bijna complete mini katjes en spreek men liever van foetussen. Alles groeit nog verder uit en differentieert nog meer. Het kopje ontwikkelt wangen, kin, neus en mond. Het gebied waar de navel wordt gereduceerd, het buikvlies (peritonium), longvlies (pleuropericardiaal membraan) en het middenrif ontstaan. De handwortelbeentjes, de tenen en de ribben zijn nog steeds kraakbeenachtig maar beginnen te verkalken. De tanden worden gevormd (verborgen in de kaak). |